Spaanse griep in Vucht in 1918

De Spaanse griep epidemie in 1918.

Dit overzicht is een aangepaste versie van een artikel dat verschenen is in 2014 in de gezamenlijke uitgave van de heemkundige kringen van Maasmechelen naar aanleiding van de herdenking van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.

 

De griep is een jaarlijks terugkerende ziekte waarbij de meeste mensen die ze krijgen zich enkele dagen ellendig voelen. Een preventief spuitje helpt om de griep te voorkomen. Gevaarlijk is de ziekte meestal niet, behalve voor bepaalde risico groepen.

De Spaanse griep was een beruchte grieppandemie uit de jaren 1918-1919. Deze wereldwijde  epidemie eiste naar schatting 20 tot 100 miljoen levens, een aantal dat het totale dodental van de  Eerste Wereldoorlog ruimschoots overtrof.

Vucht

In Vucht viel het volgens de cijfers nogal mee.  Het enige, maar dan ook tragische geval dat bekend is, is dat van de twee vrienden Hypoliet Stessen en Laurens Dedroog. Hypoliet in de wandeling Jef genoemd was de enige zoon van Eugenieke Westhovens. Hij verloor zijn vader toen hij 7 jaar oud was. Hij kon vrij goed leren. Onder impuls van meester Claessens en ook meester Penders ging hij op eigen studie voor onderwijzer studeren. In 1917 haalde hij voor de Centrale Jury in Brussel het diploma van onderwijzer. Kort nadien kreeg hij “een plaats” in Neerharen. Hij logeerde bij de hoofdonderwijzer en kwam ieder zaterdagnamiddag naar Vucht en vertrok weer op zondagnamiddag.

Laurens Dedroog was de zoon van Mina Dedroog Hij was de broer van Frans en Lies van Lens Dedroog. Van beroep was hij kleermaker. In het huis waar later zijn broer en zus Jean en Mariette Dedroog woonden, zat hij ganse dagen in kleermakerszit op de “sniederstafel” (kleermakerstafel) bezig met broeken, jassen en “kammezeulkes” (borstrok, gilet) te maken voor de Vuchtenaren. Omdat Jef ernaast woonde waren ze beiden zeer hechte vrienden geworden. Zoals blijkt uit de bidprentjes, lieten ze zich niet onbetuigd op religieus gebied. Ze waren lid van de Genootschappen van de Rozenkrans, de Wekelijkse Kruisweg en het Apostolaat van het Gebed. Zeer brave jongens dus.

En dan sloeg het noodlot toe. De oorlog liep op zijn einde. In het begin van november 1918 werden beiden haast tegelijkertijd ziek: de Spaanse Griep. Was het Jef die ze had meegebracht uit Neerharen of was er een andere oorzaak: niemand weet het! De vreselijke ziekte verzwakte beiden erg op korte tijd. Er was geen kruid tegen gewassen. Op 10 november om 9 uur stierf Hypoliet of Jef Stessen. De slechte tijding werd onmiddellijk overgebracht naar zijn goede vriend Laurens. Ook hij was aan zijn einde. Met een grote gelatenheid zei hij letterlijk de volgende woorden: “Och es het zoe es dan, moot iech auch maar goon”. Om 11 uur – precies één dag voor het einde van de oorlog – sloot ook Laurens voor eeuwig de ogen.

 

In de tabel hieronder vindt u een overzicht van de jaarlijkse overlijdens van de deelgemeenten van Maasmechelen en enkele andere gemeenten in de omgeving.

Lees hier het volledige artikel:De Spaanse griep

 

Gemeente 1913 1914 1915 1916 1917 1918 1919 1920
Boorsem 6 9 6 8 12 14 17 25
Kotem 10 11 11 14 10 15 inb Inb
Eisden 19 10 21 10 19 25 23 17
Leut 16 15 12 12 19 16 20 13
Meeswijk 9 8 10 18 9 19 7 10
Mechelen-a.d.-Maas 29 43 35 24 31 54 34 41
Opgrimbie 12 17 8 14 6 27 12 12
Uikhoven 20 22 20 17 24 20 18 16
Vucht 7 2 11 8 11 13 10 13
Lanklaar 7 5 8 9 7 12 7 15
Neerharen 12 11 10 7 8 19 18 5
Stokkem 36 20 36 12 28 55 39 29
Rekem 21 47 30 56 76 95 53 37
Zutendaal 11 13 20 10 14 24